Aantekeningen bij de Bijbel: Spreuken 2:22

Spreuken 2:22

SV	Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.
WLC	וּ֭רְשָׁעִים מֵאֶ֣רֶץ יִכָּרֵ֑תוּ וּ֝בֹוגְדִ֗ים יִסְּח֥וּ מִמֶּֽנָּה׃ פ
Trans.	ûrəšā‘îm mē’ereṣ yikārēṯû ûḇwōḡəḏîm yissəḥû mimmennâ:

Aantekeningen

Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וּ֭

H9006

רְשָׁעִים

H7563

Maar de goddelozen

מֵ

H9014

אֶ֣רֶץ

H776

zullen van de aarde

יִכָּרֵ֑תוּ

H3772

uitgeroeid worden

וּ֝

H9006

בוֹגְדִ֗ים

H898

en de trouwelozen

יִסְּח֥וּ

H5255

zullen er van uitgerukt worden

מִמֶּֽנָּה

H4480

Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.

רשע "boze, goddeloze, raaskaller, schuldige"; De term רְשָׁעִים (rÿsha'im, "de goddeloze") is van de wortel רָשַׁע (rasha "schuldig zijn") en verwijst naar degenen die zijn (1) schuldig aan de zonde: morele onverlaten of (2) zich schuldig maken aan criminaliteit: criminelen verdienen straf (BDB 957 sv רָשָׁע). Dit is de persoon die waarschijnlijk niet een verbondslid is en manifesteert dat in de manier waarop hij leeft, hetzij door te zondigen tegen God of het plegen van strafbare feiten. Het zelfstandig naamwoord verwijst soms naar schuldige criminelen die het verdienen te sterven (Num 16:26; 35:31, 2 Sam 4:11). Hier zullen zij worden "afgesneden" en "weggerukt" uit het land.
אֶרֶץ "aarde, land"
כָּרַת "afsnijden, snijden, afhouwen"; Het werkwoord כָּרַת (karat, "worden afgesneden") duidt dat de schuldigen (1) voortijdig zullen sterven, (2) worden geëxcommuniceerd uit de gemeenschap of (3) eeuwig gescheiden worden in het oordeel. De Mishna wijdde een hele traktaat (m. Keritot) aan dit onderwerp. De context suggereert dat de schuldigen zullen worden "verwijderd" van het land waar de rechtvaardigen wonen in veiligheid, hetzij door overlijden of uitzetting.
בגד "trouweloze, verrader"; Het woord בָּגַד (bagad) betekent "verraderlijk handelen" (BDB 93 sv; HALOT 108 sv בגד). Het beschrijft die trouweloos handelen, of die trouweloos en/of bedrieglijk in het huwelijk zijn, op het gebied van onroerend goed of persoonlijke rechten, in het schenden van verbonden/contracten, en in hun woorden en algemeen gedrag.
נסח "vernietigen"; De medeklinkers van יסחו (yskhv) zijn gevocaliseerd in het MT als יִסְּחוּ (yissəḥû, Qal Imp. 3^de persoon mannelijk meervoud van נָסַח, nasakh, "om weg te scheuren"), maar dit levert een lastige zin op: "Ze [= de rechtvaardigen in vv. 20-21] zullen losrukken de verraderlijke van het "(BDB 650 sv נָסַח). Vanwege het parallellisme, suggereerd de BHS de correctie יִנָּסְחוּ (yinnaskhu, Niphal onvolmaakte 3^de persoon mannelijk meervoud): "de verraderlijke zal weggerukt worden uit het." Echter, Tg. Spr. 2:22 interpreteerd de vorm als יֻסְחוּ (yuskhu), die een oude Qal passieve vocalisatie weerspiegelt - en is waarschijnlijk de beste oplossing voor het probleem: "De verraderlijke zal weggerukt worden uit het".

____

Varianten Kennicott Vetus Testamentum Hebraicum (1780):

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!